woensdag 27 oktober 2010

Met een muziekske

Met een muziekske worden heel wat dingen een stuk aangenamer. Denk maar aan sporten met een muziekske, kuisen met een (luid) muziekske, verbouwen met een muziekse, lange autoritten met vele goeie muziekskes... Maar dit muziekske heeft toch wel wat kopzorgen veroorzaakt.

In juni toonde ik mijn gehaakte radijsjes. Waarop deze dame reageerde met volgende woorden: "Oh, ze zijn prachtig! Ik zou bijna haakles komen vragen, een groenten-en-fruitmobiel boven een wieg is eens iets anders dan olifantjes of schaapjes. :-) "

Wetende dat de dame in kwestie op dat moment zwanger was en ik de baby graag een zelfgemaakt kadootje wou presenteren, knoopte ik die woorden goed in mijn oren.

Dit keer zou ik mijn kado goed op voorhand maken (ik durf nogal van 't laatste moment te zijn) en ging dus aan het begin van de zomer op zoek naar geschikte patronen voor groenten en fruit. Met de patroontjes op zak verzamelde ik de nodige kleuren katoen en toen werd de zomer te druk en was er amper tijd om te haken. Dus vertrok ik einde augustus op vakantie met een grote tas gevuld met haakkatoen en patroontjes. Ik keerde terug met radijzen, een appel, een banaan en erwten. Een vruchtbare vakantie! Maar de mobiel was duidelijknog niet klaar toen deze kleine meid 2 dagen erna geboren werd. Gelukkig kreeg ik wat uitstel om het kado af te geven, meerbepaald tot vandaag, want vanmiddag gingen we met de collega's op babybezoek en dat was dus een officieel kadomoment. Die volle 1,5 maand extra had ik nog nodig om deze groenten en fruit om te toveren in een mobiel.

groenten_fruit_mobiel

Maar na de geboorte ontstonden ook de kopzorgen. De geboortelijst van Zanne vermeldde namelijk een mobiel (joepie, laten we die onmiddellijk claimen, zodat niemand anders met mijn idee kon gaan lopen), maar in de kleine lettertjes stond te lezen: 'liefst met een muziekske'. En daar had ik nu eens geen rekening mee gehouden. Een mobiel met een muziekske... 't zou het leven van een baby een stuk aangenamer kunnen maken, maar hoe moest ik dat geregeld krijgen?

De mama zelf heeft ooit een muziekspeeltje gemaakt waarvoor ze een ander beest opereerde. Zo'n muziekmechanisme uit een knuffelbeer krijg je echter niet verwerkt in mini-groenten en fruit. Geen goeie oplossing dus. Dan op zoek naar een echte mobiel. Maar als je die nodig hebt, zijn die uiteraard niet voorradig in de kringwinkel (de geboortelijst vermeldde dat je dingen zelf mocht maken of tweedehands mocht voorzien) en om een spiksplinternieuwe mobiel te verknippen om mijn haaksels aan te hangen, dat vond ik zonde. Die winkel-mobielen hebben trouwens vaak maar 4 armen en ik had 6 verschillende groenten en fruit. Niet geschikt dus.

Gelukkig bezit ik de eigenschap dat ik moeilijk dingen kan weggooien. Die dingen komen ongetwijfeld ooit nog van pas. Vaak is dat geen goeie oplossing, maar voor dit probleem dus wel, want ergens in een kast vond ik dit nog.

muziekdoosje

Een ouderwets opwindbaar muziekorgeltje, dat nog behoorlijk mobiel-achtige muziek produceert en behoorlijk lang speelt in 1 opwindbeurt.

Vandaag kon ik dus een mobiel mét een muziekske overhandigen. De foto's van het geheel zijn verre van ideaal, maar ik had nergens een geschikte achtergrond en het daglicht werkte gisterenavond omstreeks 19.30 uur ook niet zo goed meer mee.

mobiel_down

mobiel_up


Patronen vond ik :
  • voor de druiventros, de radijzen en de erwten weerom in dit boek
  • voor de banaan op deze blog
  • voor de appel op deze site
  • voor de wortels in mijn eigen duim

donderdag 7 oktober 2010

De waaiertas

Boomie vermoedde dat de waaiertas in een speciale steek was gemaakt. Ik dacht mij nochtans te herinneren dat ik toen maar een gewoon stokje heb gebruikt. Ik heb de tas dus speciaal nog eens goed bestudeerd en voor een close up-foto gezorgd.

tas_steek

Na dit nauwkeurig onderzoek meen ik te mogen besluiten dat het toch gewone stokjes zijn. En wel in volgende combinatie:

Eerst maak je een boord in vasten, dan begin je met het waaierpatroon:

Voor je eerste rij haak je telkens 2 stokjes samen in 1 vaste, dan sla je 1 vaste over en haak je 1 losse, 2 stokjes opnieuw samen in de volgende vaste, 1 vaste overslaan en 1 losse, haken en dat herhaal je steeds.
Bij de tweede en alle volgende rijen, haak je de 2 stokjes in de opening met de losse van de vorige rij, dan 1 losse terwijl je een opening overslaat en dan opnieuw 2 stokjes in de opening met de losse. Misschien maakt deze tekening het iets duidelijker. Of net niet?

waaiersteek

Wat je precies moest doen op de randen kan ik mij absoluut niet meer herinneren. Waarschijnlijk gewoon een stokje op de kant haken.

Ik zou nu nog op zoek kunnen gaan naar het exacte patroon, dat heb ik nog wel ergens bewaard, maar dat stel ik uit tot ik verhuisd ben (hopelijk volgende maand) en ik alle patronen die nu verspreid bewaar tot een ordelijk en logisch gerangschikt geheel heb gebracht. Dat gaat niet voor binnen een maand zijn, ik spreek jullie nog eens binnen een half jaar en zie hoe goed ik dan alles georganiseerd heb.

woensdag 6 oktober 2010

Van pennenhouder tot kippenhok en hopelijk nog veel meer.

Riet was benieuwd naar hoe ik ooit aan het haken geraakt ben. Eigenlijk zijn dat twee verhalen, enerzijds het verhaal over de technieken, anderzijds het verhaal van de stimulans. Ik had mij tijdens mijn blogdip alvast voorbereid op deze post door wat fotomateriaal te voorzien en dus kan ik dat nu uit de doeken doen.

De techniek van jaar tot jaar
Ik heb uiteraard niet ineens alles geleerd. Dat is, zoals ze zeggen, 'met de jaren gekomen'.

Ik ben zoals iedereen begonnen met een ketting van lossen. Eerst leren haken met de vingers en dan gemerkt dat een haaknaald zoveel makkelijker was. Maar wat doe je met een ketting van lossen? Niet veel, nochtans leverde die ketting een klassieker onder de vaderdagkado's op. Je neemt 4 kleuren wol of katoen. Liefst bij elkaar passende kleuren, maar denkend aan zesjarigen is de kans zeer groot dat mijn kleurenkeuze toen helemaal niet zo stylisch was. Met elke kleur haak je een zeer lange ketting. Verder heb je de onderste helft van een smeerkaasdoosje nodig en 3 WC-rolletjes waarvan je er 2 korter maakt, zodat je drie rolletjes van een verschillende lengte hebt en . Nu begint het plakkerige werk. Je smeert die WC-rolletjes en het smeerkaasdoosje in met lijm en dan omwikkel je ieder ding met een gehaakte ketting tot de buitenkant mooi bedekt is. Dan plak je de 3 rolletjes in het smeerkaasdoosje, Et voilà, een pennenhouder voor op papa's bureau. Jammer genoeg geen bewijsmateriaal meer gevonden. Waarschijnlijk te lelijk om bij te houden.

In het tweede leerjaar, bij juffrouw Marleen was het tijd om te leren hoe je een lapje met vasten maakt. Om niet zomaar lapjes te haken zonder doel,werkten we aan een zeer moedig project: de pennenzak. En die moet van een geweldige kwaliteit geweest zijn, want nu, 22 jaar later, wordt die nog steeds gebruikt door mijn mama. Als bewijs deze foto's!

pennenzak_voor pennenzak_boven

Ik heb uiteraard de typische beginnersfout gemaakt: steeds vaster gaan haken, tot je ineens beseft dat je lap steeds smaller wordt en dan moedig terug proberen losser te haken, totdat je uiteindelijk een zandlopervormige lap hebt. Gelukkig was dat vaster en losser haken een beetje symmetrisch gebeurd, zodat dit een trapeziumvormige pennenzak opleverde. De rits gaat niet mijn eigen verdienste zijn. ik geloof nooit dat ik die daar zelf zo fatsoenlijk ingezet heb als 8-jarige en ik herinner het mij absoluut niet meer.

In 't derde leerjaar hebben we niks gehaakt, wel een boekenlegger geborduurd die ik af en toe nog gebruik en een matje geweven op een makkelijk na te maken weefgetouw. Mijn grootvader heeft dat toen eventjes voor mij gefikst, zodat ik ook na het inleveren van dat weefgetouw (de juf herbruikte die ieder jaar) thuis nog nieuwe dingen kon weven. Dat weefgetouw moet nog ergens op zolder staan.

In 't vierde leerjaar vond juffrouw Maria ons klaar voor het echte werk. We maakten een pop in stokjes. Na enig zoekwerk tussen de knuffelbeesten uit mijn jeugdjaren dook de gehaakte pop terug op.

pop Ik was toen ongelooflijk fier op mijn pop die ik volledig zelf gemaakt had. Alleen had ik niet zo goed geteld bij het maken van de beentjes, waardoor er iets meer steken in het ene beentje belandde en dus minder in het andere. Gevolg: een dik en een dun beentje.
Ik merkte bij het nemen van de foto dat het rechteroog de tand des tijds niet zo goed heeft doorstaan, maar soit, 't is leuk bewijsmateriaal om dit verhaal op te fleuren.

Na het maken van deze pop was ik helemaal verkocht en vond ik haken wel iets voor mezelf. Alleen denk ik niet dat ik nog veel maakte, ik herinner het mij niet meer.

Er volgden waarschijnlijk nog wat bloemenbroches, die heb ik laatst nog teruggevonden bij een opruimactie, maar verder lagen de creatieve bezigheden wat stil tot ik op mijn 16de leiding werd in de chiro en ik nood had aan een tas om mijn spullen (leidingmaps, vergaderschriftje, agenda...) in te bewaren en toen heb ik al mijn haakspullen terug opgedoken om dit te maken.

tas

De gehaakte waaiertas. De linten waren volgens het patroon gehaakt, maar onmiddellijk veel te lang, vandaar de knoop bovenaan. Deze tas heeft 6 jaar dienst gedaan om alle chirospullen in op te bergen en is daarna verstopt geraakt achter andere handtassen, maar nu ik ze terug opgevist heb, ga ik ze terug gebruiken, want dat was toen een zeer handige tas. Overschot van dat garen heb ik ondertussen ook al gebruikt voor dit. Mijn kippenhok heeft ervoor gezorgd dat ik terug veel meer ben beginnen haken en dat deze blog er is gekomen.

Dit verhaal is al behoorlijk lang, maar omvat dus alleen het technische luik. Het voetbalveld waar Riet over sprak is nog niet aan bod gekomen, dat zit namelijk in deel 2.

Gestimuleerd worden
Iets creatiefs gaan doen, gebeurd vaak doordat je iemand anders in je nabije omgeving dat ook ziet doen. De verhalen over naaiende (groot)moeders zijn al op verschillende plaatsen gepasseerd en bij mij was het net zo. Mijn mama heeft al een arsenaal aan haakwerken geproduceerd, van bedspreien over gordijnen, sjaals, tafeldoeken, onderlegdoekjes tot mutsjes en nog veel meer. Maar waar vond zij de tijd om dat te doen en op die manier mij ook aan te zetten: op zondagvoormiddag tijdens de voetbalmatch van mijn papa!

Mijn papa speelde tot een aantal jaren geleden (mini)voetbal en mijn mama vond dat ze haar echtgenoot moest steunen in zijn hobby en dus mee naar het voetbal moest gaan. Ik heb als kind dus ook heel veel voetbalmatchen bijgewoond. Alleen vond mijn mama voetbal niet zo interessant, denk ik, want tijdens die matchen haakte zij altijd. Nu ja, ikzelf ben niet veel beter. Ik snap de regels van voetbal wel, ik weet zelfs wanneer iemand buitenspel staat, maar ik vind er nu echt niks aan om te kijken naar 2 x 11 mannen die achter een bal hossen om die dan opnieuw weg te sjotten als ze hem eindelijk te pakken hebben. Geef mij dan maar formule 1, motorcross, basketbal of tennis. We zagen dus zelden naar de wedstrijd en misten quasi elk doelpunt (herhalingen waren jammer genoeg niet beschikbaar), maar we merkten wel als er gescoord werd en wisten dus op het einde van de match perfect wie er gescoord had, wie een gele of rode kaart had gekregen en wie er gekwetst was geraakt. Dat is dus voldoende om te kunnen volgen.

Mijn mama haakte dus en mijn zus en ik hielden ons ook bezig met lezen, tekenen, haken, borduurwerkjes, huiswerk... Ik heb dus heel wat dingen gemaakt tijdens een voetbalmatch. Maar in die tijd waren de kantines nog niet rookvrij, waardoor dingen die meerdere weken in de kantine vertoefden na een tijdje een rokerige geur kregen. Mijn mama heeft bijvoorbeeld ooit een bedsprei gemaakt voor mijn zus haar bed en dat was uiteraard niet op 1 weekje klaar. Na ettelijke weken zat de geur van de rokerige kantine in dat haakwerk. Vooraleer je dat dus ging gebruiken, moest je dat eerst goed uitwassen, want anders zou je het gevoel krijgen dat je in een café sliep. Gelukkig voor zij die nu haken of breien tijdens de voetbalmatch van echtgenoot, zoon- of dochterlief zijn de voetbalkantines ondertussen rookvrij!

Er zijn ondertussen al heel wat 'hoe het ooit begon'-verhalen verteld. Heb jij je verhaal nog niet verteld en heb je zin heeft om zijn verhaal neer te schrijven, geef dan een seintje en ik kom met plezier jouw 'hoe het ooit begon' lezen.

zondag 3 oktober 2010

Ik tik, jij tikt, ik ben getikt...


Ik werd getik door Lila. Zij wou graag wat meer te weten komen over enkele leden van Het Leuvens Stiksel.

Het is altijd leuk om mekaar beter te leren kennen, dus onthul ik hier voor Lila, de andere Leuvens Stiksel-dames en natuurlijk ook voor iedere andere lezer, enkele weetjes.

Vier dingen die ik altijd in mijn tas heb:
  • mijn portemonnee met een identiteitskaart, een rijbewijs en een bankkaart erin. Meer heb je niet nodig om te overleven. Of toch nog 1 ding misschien, en dat zit dan ook in mijn sjakosj, namelijk...
  • een echt Zwitsers zakmes. Ongelooflijk hoe vaak dat dat van pas komt. Een fles wijn en geen kurkentrekker, haken op de bus en dan een draadje moeten doorknippen, spanbandjes (stritsers zoals wij zeggen) moeten doorsnijden bij het afbreken van een fuiftent, mijn zakmes is altijd de reddende engel.
  • mijn palm ofte mijn elektronische agenda en adresboek. Ik gebruik al sinds het zesde middelbaar een agenda en ik kan dat echt niet missen. Vroeger was ik trouw aan een papieren exemplaar en toen ik een elektronisch ding van het werk kreeg, wou ik mijn papieren versie helemaal niet opgeven. Enkele foute afspraken later (wel in de ene, maar niet in de andere agenda) ben ik uiteindelijk dan toch gezwicht voor het toen nog elektronische snufje en nu wil ik niks anders meer.
  • een sigg-fles gevuld met kraantjeswater. Ik moet veel (water) drinken. Doe ik dat niet, wordt ik gestraft met een verschrikkelijke hoofdpijn. Eigenlijk is dat een typisch kater-verschijnsel (= uitdroging), alleen krijg ik dat dus niet van te veel alcohol, wel van te weinig water. Begrijpe wie kan.

Vier dingen in mijn bureaula:
Mijn thuisbureau gebruik ik amper, dus een kleine impressie van mijn werkbureau:
  • balpennen, zo van die goeie dikke die goed in de hand liggen
  • gekleurde stiftjes om dingen te markeren
  • een assortiment thee met een theezeef
  • een mes om mijn dagelijkse kiwi in 2 te snijden, maar ook om lekkers te versnijden en te verdelen onder de collega's

Vier favoriete dingen in mijn slaapkamer:
  • mijn bed
  • een of veel meer stapeltjes boeken
  • een of veel meer stapeltjes CD's (met cd-speler natuurlijk)
  • eucalyptus-olie, zorgt voor een goeie nachtrust bij verkoudheden

Vier dingen die je altijd al hebt willen doen/nog zou willen doen:
  • een cursus modiste volgen en dan mijn eigen hoeden ontwerpen en maken en misschien ook voor anderen
  • met een massakoor de Carmina Burana van Carl Orff zingen
  • deelnemen aan de dodentocht en hem dan ook uitwandelen
  • een appartementje aan onze Belgische kust kopen

Vier dingen die jullie nog niet van mij weten:
  • ik kan VGT of Vlaamse Gebarentaal
  • ik ben archeologe van opleiding maar werk (zoals zovele andere archeologen) in een heel andere sector
  • mijn lievelingsdranken zijn: Canada Dry en Jack-Op. Was ik even blij dat men sinds dit jaar terug Jack-Op brouwt na een afwezigheid van 2 jaar. Mijn voorraad was al lang uitgeput.
  • ik ben zot van Berlijn. Ik ben als het ware verliefd op Berlijn. Als er nu één stad is waar ik wel zou willen gaan wonen, dan is het Berlijn.


Op mijn beurt mag ik nu tikken en ik tik: